Wilma Terlouw-van den Top, Essenerweg 109-bis, Kootwijkerbroek, 0342-443564, info@wilmaterlouw.nl, 19-04-1965. Het werk van Wilma Terlouw (1965) staat in het teken van de weerspiegelingen en de gelaagdheid van water. Het wateroppervlak weerspiegelt de werkelijkheid boven het water en geeft die vervormd en vervaagd terug. Vaak krijg je alleen die weerspiegeling te zien: het origineel houdt zich schuil. Of door waterrimpelingen heen is iets van de bodem zichtbaar. Kleuren en sferen wisselen met de reflecties van het water mee. De vaagheid van uitvloeiende vormen is precies wat de kunstenares zoekt. Niet om de onduidelijkheid, maar om de mogelijkheden die zich daarin voor je ogen openen. Het vraagt je goed te kijken. In de wazige, beweeglijke gestalte van het water lijkt zich een andere werkelijkheid te melden. Het water functioneert als een filter tussen wat is en wat komt. Zoals in Opwaarts 2 (201X). Het water is in beweging en bovenin wordt iets gespiegeld zonder dat je kunt onderscheiden wat. Wat je ziet is een geheim, geschilderd op het moment dat het wellicht helder zal worden. Sommige waterlandschappen verschijnen zo sterk ingezoomd dat ze naar het abstracte neigen. Het water in Intelligent Design 2 (201X) is nog maar net herkenbaar als water, het zou ook een zandverstuiving kunnen zijn. Het gaat daar bijna puur over kleur en vorm. Dat kan hetzelfde effect hebben als de vaagheid: er ontstaat een soort ongrijpbare kenbaarheid. Het vleugje figuratie is het houvast, de rest is open. Tegelijk is hier een basispatroon van de natuur herkenbaar, een stijlkenmerk van de schepping. De dynamiek van de werken zit in de ruime variatie van donker en dreigend tot heel licht en sprankelend, vaak binnen één doek. Licht en donker gaan dan een krachtenspel aan, net als de horizontale en verticale lijnen. Er zit werking in. De aandacht van de toeschouwer wordt daarbij ongemerkt naar de bovenzijde van het beeld getrokken, maar het lijnenspel is zo ingericht dat je daar niet kunt blijven. Het horizontale wil ook aandacht. Waarna je toch weer helemaal vanzelf bovenin terecht komt. Zoals in ‘Schijnsel’ (2015). Het licht komt van boven, het water trekt daarnaar toe. Alles balt samen naar linksboven. Dat roept vragen op naar de oorsprong van die beweging. Is het de wind die over het water gaat, voer er iets voorbij, kwam de beweging misschien van onder de waterspiegel, is het enkel de werking van het licht? Je komt het niet te weten, je ervaart alleen de dynamiek. Een meer radicaal werk is Opening (2016). Het water is donkerder dan ooit, de zwaar grijze horizon is onhelder en verduisterd, maar je kijkt er hier en daar toch in weg. Tegelijk beheerst een heldere bundel licht het hele beeld. Het licht schijnt ver naar beneden en de weerglans verspreidt zich over het wateroppervlak. De lijnen zijn hard, de contrasten eveneens. De massiviteit van het water wordt doorbroken door transparant, maar wazig opgebracht licht. Gerda van de Haar, juni 2016 Gerda van de Haar ( 1965) heeft Nederlands gestudeerd aan de universiteit Utrecht. Zij werkt als redacteur en is verbonden met het literair tijdschrift Liter. Daarnaast werkt zij als onderzoeker literatuur aan de universiteit Leiden (bron: Haar, G.v.d. (2016) opgehaald op 25-3-2020 van https://www.wilmaterlouw.nl/about.html)